|
Het verhaal....
Na negentien jaar gevangenschap is Jean Valjean vrij. Maar door zijn verleden en zijn ‘gele paspoort’ wil niemand iets met hem te maken hebben. Als hij vraagt om onderdak wordt hij overal de deur gewezen. Door een vrouw die medelijden met hem heeft omdat hij in de buitenlucht moet slapen, wordt hij naar Myriel, de bisschop van Digne gestuurd. Deze wordt zo’n beetje als heilige beschouwt door al het liefdadigheidswerk dat hij verricht. Monseigneur Bienvenu, zoals de bisschop ook wel wordt genoemd geeft hem voedsel en onderdak, ook al is hij op de hoogte van het verleden van Jean. ‘s Nachts wordt hij echter wakker en hij kan de gedachte aan het zilverwerk van de bisschop niet weerstaan. Hij sluipt de kamer van Myriel in. Hij blijft een tijdje staan kijken naar de slapende man. Als de bisschop bemerkt dat het tafelzilver is gestolen is hij niet kwaad. Hij voorkomt zelfs dat Jean weer in de gevangenis terecht komt door hem tegenover de politie te verdedigen. De met stomheid geslagen Jean krijgt ook de twee zilveren kandelaars mee van de bisschop, met de boodschap dat hij nu niet meer tot het kwade behoort. Jean steelt in zijn persoonlijke crisis een munt van een kleine jongen, maar daarna komt hij al snel tot inkeer, hij begint een nieuw leven.
Het verhaal gaat verder met de geschiedenis van Fantine, een jonge, ongehuwde moeder. Er wordt verteld hoe zij uiteindelijk haar dochter, Cosette, achterlaat bij het echtpaar Thénardier, daar zij niet meer instaat is om zichzelf en haar kind te onderhouden. Fantine zelf keert terug naar haar geboorteplaats Montreuil-sur-Mer om werk te vinden, zodat zij financieel rond kan komen, zij moet namelijk ook maandelijks een bedrag sturen aan haar kind. Hier komt Jean Valjean weer op het toneel, alleen nu onder de schuilnaam Madeleine. De man is erg veranderd en heeft als succesvol fabrikant veel goeds voor de mensen gedaan. Hij is erg vrijgevig aan de armen. De mensen waarderen hem erg, mede doordat hij erg bescheiden is. Uiteindelijk wordt hij, onder heel wat protest, tot burgemeester benoemd. Fantine krijgt een baan in de fabriek van Madeleine. Het lijkt allemaal goed te gaan totdat men er achter komt dat Fantine een onwettig kind heeft en ze buiten weten van Madeleine om wordt ontslagen. Fantine komt al snel in de problemen, doordat het echtpaar Thénardier haar bedriegt en Cosette als melkkoe en slaafje gebruikt. Fantine moet steeds meer geld sturen terwijl ze dat niet heeft. Fantine doet er alles aan om geld te verdienen, maar zij belandt uiteindelijk in de goot.
Het is Meneer Madeleine die haar uiteindelijk uit de gevangenis en uit goot helpt. Hij geeft haar onderdak en haar baan terug. Fantine is echter erg ziek en mist haar dochter heel erg. Ze doen verscheidene pogingen om Cosette terug te krijgen, maar haar pleegouders werken niet mee, ze verdienen veel te veel geld aan Cosette. Ondertussen heeft Madeleine zichzelf aan gegeven (na veel overwegingen of hij het wel of niet zou doen) bij de rechtbank, omdat anders een ander, die voor Jean Valjean werd gezien zou worden veroordeeld. Net als Madeleine op ziekenbezoek is bij Fantine wordt hij ingerekend door agent Javert. Javert had toch al een vermoeden gehad over wie Madeleine werkelijk was. De klap is zo groot voor Fantine dat ze overlijdt. Madeleine is woedend en maakt Javert uit voor moordenaar. Jean Valjean ontsnapt.
Jean Valjean die ondertussen weer opgepakt is door de politie en ook al snel weer ontsnapt, gaat op zoek naar Cosette, dat had hij voordat Fantine stierf aan haar beloofd. Hij komt daar aan met Kerst, en vindt haar midden in het bos: schaars gekleed, op blote voeten en zeulend met een emmer water. Cosette wordt als een soort Assepoester behandeld. Jean weet in de eerste instantie niet dat hij met Cosette te maken heeft, maar hij helpt het arme kind. In de herberg van de familie Thénardier aangekomen ziet hij hoe slecht de zaken er voor staan. De familie, die niet weet waarvoor hij komt, heeft al snel door dat hij geld heeft, en buit hem flink uit. Jean treed op als beschermer van Cosette die niet eens mag spelen. Jean Valjean neemt, tot grote woede van Thénardier, Cosette mee.
Cosette gaat voortaan als dochter van Jean door het leven. Al snel worden ze weer door de politie achtervolgt. Ze komen terecht in het klooster ‘Le Petit Picpus’. Hier komt Jean een oude bekende tegen die hem aan een baantje in het klooster helpt, zo is hij voorlopig veilig. Jean krijgt weer een andere naam, Ultime Fauchelevent, hij doet alsof hij de broer is van de reeds aanwezige tuinman. Cosette groeit op in het klooster.
In dit deel van het verhaal worden nogal wat nieuwe personen geïntroduceerd. Als eerste de straatjongen Gavroche. In werkelijkheid was hij geen wees, maar zijn ouders keken niet naar hem om. (Hij blijkt later de zoon te zijn van Thénardier) Hij leefde op straat en daar voelde hij zich ook het beste. Daarnaast wordt de rijke burger Gillenormand beschreven. Hij is een apart figuur, het lijkt alsof bij hem de tijd heeft stil gestaan, alsof hij nog in de vorige eeuw leeft. Ook qua denken is hij behoorlijk conservatief voor zijn tijd. Hij zorgt voor zijn kleinzoon Marius. Marius ziet zijn vader, generaal Pontmercy, nooit, zijn opa heeft hem afgeschilderd als een schurk omdat hij in het leger zit. Later komt Marius de waarheid te weten omtrent zijn vader, die ondertussen gestorven is. Hij krijgt veel waardering voor zijn vader en tegelijkertijd wordt hij ook een 'aanhanger’ van Napoleon. Zijn verzorger wordt woedend als hij dit bemerkt en zet hem de deur uit. Marius gaat op zichzelf wonen. Hij wordt verliefd op Cosette die hij ziet als zij met haar vader uit wandelen gaat. Hij heeft Jean gedoopt als Leblanc. Hij blijkt de buurman van de inmiddels failliet gegane familie Thénardier te zijn. Door een gat in de muur komt hij er achter wat een schurken het zijn. Hij krijgt lucht van het plan van Thénardier om Leblanc te chanteren en waarschuwt de politie. Zo komt Jean Valjean op ongelukkige wijze weer met politieagent Javert in contact. (De wereld is erg klein in dit verhaal). Jean weet weer te ontsnappen door het raam. Daar Marius het idee heeft dat Thénardier zijn vader ooit gered heeft, wil hij hem toch niet helemaal veroordelen.
Dit deel gaat over het barricade gevecht door de opstandige republikeinen. Jean Valjean is met Cosette alweer vertrokken naar een ander huis. Dit tot grote wanhoop van Marius die zijn geliefde niet meer thuis treft. Hij had graag met haar willen trouwen, maar had hiervoor geen toestemming gekregen. Hij schrijft Cosette een brief en besluit dat hij wil sterven. Tegelijkertijd is Jean er achter gekomen dat Cosette en Marius gek zijn op elkaar. Hij is erg jaloers. Uiteindelijk vechten Marius, Jean Valjean en Gavroche samen op de barricaden. Javert is gevangen in de barricaden, Jean krijgt de opdracht om hem buiten de barricaden te fusilleren. Dit zou een goede gelegenheid zijn om zich te wreken, tenslotte heeft hij bijna al zijn ellende aan hem te wijten. Maar Jean laat hem gaan. Gavroche komt om het leven doordat hij zich buiten de barricaden waagt om patronen te verzamelen. Marius draagt het lijk van hem weg. Ook Marius zelf raakt zwaar gewond. Hij wordt met veel pijn en moeite gered door Jean, door het riool heen.
Marius is zwaar gewond naar zijn schoonvader gebracht. Die ziet dat Marius echt heel veel van Cosette houd en als hij ziet dat Marius daarnaast ook nog van hem houd krijgt hij toch toestemming om te trouwen. Jean die zich ondertussen vrijwillig heeft overgegeven aan Javert is stom verbaasd als die hem op zijn beurt laat gaan. Later blijkt dat Javert zelfmoord heeft gepleegd. Bij de bruiloft van Marius en Cosette wordt Jean een kamer in het huis waar zij zullen gaan wonen aangeboden. Jean is hier niet echt blij mee, hij voelt zich een beetje een derde wiel aan de wagen. Hij vertelt Marius uiteindelijk zijn levensverhaal. Marius komt zo dus te weten dat hij helemaal niet de vader van Cosette is. Jean gaat weg. Hij komt zijn dochter geregeld opzoeken, maar dit wordt een aflopende zaak. Marius heeft niet zoveel vertrouwen in Jean nu hij van zijn verleden af weet. Daarbij denkt hij dat het geldbedrag dat Cosette van haar vader heeft gekregen ook geen eerlijk geld is. Jean vereenzaamt erg nu hij Cosette niet meer ziet en hij wordt snel oud.
Op een dag komt Thénardier Marius opzoeken. Zijn bedoeling is om Jean zwart te maken en geld te verdienen, maar de zaken pakken anders uit. Marius komt nu juist de echte waarheid omtrent zijn schoonvader te weten, namelijk dat die degene was geweest die zijn leven had gered (Dit had Jean hem nooit verteld). Het dringt tot hem door wat voor een fantastische man het eigenlijk was. Spoedig gaat hij met Cosette naar hem toe. Jean was net stervende van ellende. Hij is ziels gelukkig als hij zijn ‘dochter’ weer terug ziet. Alle puzzelstukjes vallen in elkaar. Cosette wil dat haar vader weer met hun mee naar huis gaat, maar Jeans leven zit erop. Als hem gevraagd wordt of hij een pastoor wil zegt hij terwijl hij naar boven kijkt dat hij er al een heeft, waarschijnlijk doelde hij op de reeds overleden Myriel. In de laatste ogenblikken van zijn leven geeft hij de twee zilveren kandelaars aan Cosette. Hij sterft in de armen van Cosette en Marius. Overeenkomstig zijn wens wordt hij begraven, op een rustige plaats onder een ruwe steen zonder naam.
Deze website is met Jimdo gemaakt. Registreer je nu gratis op https://nl.jimdo.com